Locatie | de Bibliotheek Best |
Categorie | Volwassenen |
Kunst & Cultuur Volwassenen | |
Prijzen |
|
Download | Toevoegen aan agenda |
Als je belangstelling hebt voor kunst en graag een museum bezoekt, is het volgende programma iets voor jou!
Vanaf half oktober start op woensdagmiddag van 13.30 – 15.00 uur een vijfdelige serie over verschillende kunstenaars. Elke bijeenkomst staat één kunstenaar centraal, al of niet gekoppeld aan een tentoonstelling die je op eigen gelegenheid kunt bezoeken.
Het programma wordt verzorgd door kunsthistorica/docent kunstgeschiedenis Erna Charbon. Zij is gespecialiseerd in het ontwikkelen en geven van cursussen, lezingen, museumexcursies en rondleidingen.
Het programma is als volgt:
Data
Vanaf woensdag 15 oktober 2025 13.30 – 15.00
12 november
17 december
18 februari
25 maart
15 oktober; Constantin Brancusi
Komend najaar kunt u in het H’ART museum in Amsterdam een tentoonstelling bezoeken over de Roemeense kunstenaar Constantin Brancusi (1876-1957), de beeldhouwer die met een paar lijnen en vormen hele werelden wist op te roepen.
De tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met het Parijse museum Centre Pompidou. Naast meer dan 30 meesterwerken, als De Kus waarvan hij tussen 1907 en 1913 zes versies maakte, worden ook foto’s en films van zijn hand getoond.
Wegens zijn pure, van elke versiering ontdane beelden wordt hij beschouwd als de grondlegger van de moderne beeldhouwkunst.
Constantin Brancusi werd geboren in Roemenië. Op zijn 28ste vertrok hij te voet naar de kunsthoofdstad van Europa: Parijs. Brancusi was geen man van spektakel of grote gebaren, hij was een kunstenaar die dingen tot hun kern wilde terugbrengen. Geen overbodige details, geen ingewikkeldheden. Hij was een zoeker – naar eenvoud, naar essentie, naar waarheid in vorm. Brancusi stond stil bij de vraag: Hoe maak ik een vogel zó, dat je hem bijna ziet vliegen – zonder veren, zonder vleugels? Hij geloofde dat ware schoonheid niet ligt in het uiterlijk van een ding, maar in zijn essentie – in wat het wil zijn.
Hij hakte of sneed direct in materialen, zoals steen, hout en gips. Daarna polijstte hij het beeld geduldig om zo het karakter van het materiaal te laten zien. Hij week hiermee af van de traditie van boetseren naar model dat vele beeldhouwers deden, zoals zijn tijdgenoot Auguste Rodin.
Zijn werk ziet er misschien eenvoudig uit, maar achter die schijnbare eenvoud schuilt een diepe filosofie over leven, beweging en spiritualiteit. En hoewel hij meer dan honderd jaar geleden werkte, voelt zijn kunst nog altijd verrassend fris en modern. In deze lezing nemen we een kijkje in zijn leven, zijn atelier, en natuurlijk in zijn kunst. Door mooie verhalen, verrassende inzichten en hopelijk ook wat verwondering brengen we zijn werk tot leven.
12 november; Niki de Saint Phalle
Niki de Saint Phalle (1930–2002), een Frans-Amerikaanse kunstenares die zonder formele kunstopleiding uitgroeide tot een van de meest eigenzinnige stemmen van de 20e eeuw. Haar vroege werk, waaronder de beroemde "shooting paintings", waarin ze op met verf gevulde objecten schoot, was een radicale daad van afrekening met persoonlijke trauma’s, geweld en patriarchale macht.
Wereldberoemd werd ze met haar "Nana’s" – monumentale, kleurrijke vrouwenfiguren die vrouwelijkheid, vrijheid, speelsheid en levenslust vieren. Maar achter de uitbundige vormen schuilt altijd een diepe gelaagdheid. Haar kunst raakt aan thema’s als liefde, seksualiteit, moederschap, machtsverhoudingen en genezing. Niki de Saint Phalle was een kunstenaar die emotie, lichaam, politiek en spiritualiteit naadloos wist te verbinden.
Een van haar grootste levenswerken is de Tarot Tuin (Il Giardino dei Tarocchi) in Toscane: een magisch beeldenpark, geïnspireerd door Gaudí’s vrolijke Parc Guell in Barcelona, waarin 22 sculpturen – gebaseerd op de Grote Arcana van het tarotspel – samen een totaaluniversum vormen. De tuin is een synthese van kunst, mystiek en persoonlijke symboliek, waarin ze haar innerlijke reis en visie op de mensheid tot leven bracht. De tuin kwam tot stand in nauwe samenwerking met de Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely, met wie Saint Phalle een diepe artistieke- én liefdesrelatie had. Zijn kinetische metalen structuren en haar kleurrijke vormen vulden elkaar aan als vuur en water. Samen werkten ze aan grootschalige projecten, waaronder de Stravinsky-fontein bij het Centre Pompidou in Parijs – een levendig, speels eerbetoon aan klank, beweging en vrijheid.
Niki de Saint Phalle’s oeuvre is even poëtisch als krachtig. Ze zag kunst niet als een luxe, maar als een middel tot transformatie en genezing – voor zichzelf én voor de wereld. In deze lezing neem ik je mee in haar fascinerende universum: een plek waar kunst en leven één worden!
17 december; Charly Toorop
Charley Toorop, enig kind van de bekende Nederlandse kunstschilder Jan Toorop en zijn Engelse echtgenote Annie Hall, nam een uitzonderlijke plaats in binnen de Nederlandse kunstwereld in de eerste decennia van de 20ste eeuw. Ze groeide op te midden van de Nederlandse avant-garde kunstwereld, dankzij de centrale positie die haar vader daarin innam. Charley volgde geen officiële kunstopleiding, ze was autodidact.
Charley en haar ouders brachten de zomers vaak door in het Zeeuwse stadje Domburg waar rond de eeuwwisseling regelmatig kunstenaars elkaar ontmoetten. In die vakanties leerde ze onder meer de schilders Piet Mondriaan en Jacoba van Heemskerck kennen.
Ze trouwde met Henk Fernhout, kreeg met hem drie kinderen waaronder de schilder Edgar Fernhout, maar het huwelijk was geen succes. Daarna volgden meerdere relaties, maar het schilderen kwam bij Charley altijd op de eerste plaats…. Via haar vader, die al in 1892 een tentoonstelling in de Haagse Kunstkring organiseerde over Vincent van Gogh, kwam Charley in aanraking met het werk van Vincent, wiens artistieke worstelingen zij herkende. In 1922 reisde Charley in de voetsporen van Vincent naar de Borinage, een industriegebied in Wallonië (België), bekend om zijn steenkoolmijnen en het harde leven van de arbeiders.
Charley experimenteerde veel met verschillende stijlen, uiteindelijk ontwikkelt ze een nieuw soort realisme, met contouren, sterke licht- en schaduwpartijen en stevige kleuren. De werkelijkheid wordt op een confronterende, welhaast zakelijke manier neergezet. In deze lezing veel meer over deze eigengereide kunstenares!
18 februari; Glas, Licht en Meesters: een verhaal over de glaskunst
Lang geleden, toen mensen voor het eerst vuur leerden beheersen, ontdekten ze dat zand en hitte samen iets wonderlijks konden voortbrengen: glas. Eerst simpel en functioneel, werd glas later een canvas voor schoonheid. Wat begon als gebruiksvoorwerp, groeide uit tot kunstvorm. En over de eeuwen heen zouden grote kunstenaars zich laten betoveren door de magie van licht dat gevangen wordt in glas.
In de 19e eeuw stond in New York een man op die glaskunst zou verheffen tot een nieuwe kunstvorm: Louis Comfort Tiffany. Met zijn beroemde Tiffany-lampen en gebrandschilderde ramen bracht hij kleur en elegantie in huiskamers en kerken. Hij ontwikkelde het beroemde Favrile-glas, met een iriserende glans die het glas tot leven liet komen. Tiffany liet zien dat glas een levend materiaal was — het ving het licht en gaf het terug, rijker dan het binnenkwam.
Rond dezelfde tijd, in Frankrijk, werkte René Lalique. Zijn stijl was anders: verfijnd, zacht en geïnspireerd door de natuur. Hij combineerde glas met juwelen en later ook met parfumflacons. Waar Tiffany het glas liet gloeien, liet Lalique het fluisteren — bloemen, vrouwenfiguren en libellen leken gevangen in bevroren dromen.
In de twintigste eeuw waagde ook Henri Matisse zich aan glaskunst, hoewel hij vooral bekend staat om zijn schilderkunst en knipsels. Aan het einde van zijn leven ontwierp hij glas-in-loodramen voor de Chapelle du Rosaire in Vence, Zuid-Frankrijk. De ramen — helder, eenvoudig en spiritueel — vingen zijn visie op kleur en licht op een serene, bijna heilige manier.
Ook Marc Chagall was een meester in het ontwerpen van glasramen voor oa. kerken.
Dichter bij huis, in Nederland, groeide Marc Mulders uit tot een moderne meester in glaskunst. Zijn werk, vaak spiritueel en organisch van aard, siert onder meer de Nieuwe Kerk in Amsterdam en de Sint-Jan in Den Bosch. Mulders beschouwt glas als een bemiddelaar tussen mens en licht, tussen het aardse en het goddelijke. En laten we Dale Chihuly niet vergeten, de eerste Amerikaanse glasblazer die in de leer ging bij de beroemde Murano-meesters en die veel van de technieken die hij in Venetië leerde mee terugnam naar de VS eind jaren 60.
En zo zien we hoe glaskunst zich ontwikkelde — van oud ambacht tot hedendaags medium voor expressie. In de handen van kunstenaars werd glas niet slechts gevormd, maar verheven tot een drager van ziel en licht. In deze lezing komen vele glaskunstenaars aan bod!
25 maart; Helene Kröller-Müller: Pionier in kunst en visie
Helene Kröller-Müller (1869–1939) was een uitzonderlijke vrouw in een tijd waarin kunst en samenleving grotendeels door mannen werden gedomineerd. Geboren in een puissant rijke Duitse industriëlenfamilie en getrouwd met de Nederlandse zakenman Anton Kröller, koos ze niet voor een comfortabel leven in luxe, maar voor een leven in het teken van de kunst.
Wat begon met een interesse in antiek en Aziatische kunst groeide, mede dankzij haar kunstadviseur H.P. Bremmer, uit tot een doelgerichte zoektocht naar moderne kunst. Waar anderen slechts experiment of excentriciteit zagen, zag Helene schoonheid en betekenis. Ze omarmde het werk van vernieuwers als Van Gogh, Mondriaan, Seurat en Bart van der Leck. Vooral Van Gogh raakte haar diep: ze kocht 91 schilderijen en bijna 200 tekeningen van hem, in een periode waarin hij nog nauwelijks werd gewaardeerd.
Samen met haar man verwierf ze grote stukken grond op de Veluwe en liet het Jachthuis Sint Hubertus bouwen. Hier ontstond haar droom: een plek waar kunst en natuur samenkomen, toegankelijk voor iedereen – ongeacht afkomst of opleiding. Deze droom kreeg vorm in het Kröller-Müller Museum, dat midden in Nationaal Park De Hoge Veluwe werd gerealiseerd.
Hoewel Helene als intellectueel en vasthoudend werd bewonderd, had haar leven ook een schaduwkant. Haar relatie met haar kinderen was moeizaam, en ze werd vaak als kil en afstandelijk ervaren. Een uitzondering was haar band met Sam van Deventer, een jonge medewerker met wie ze een diepe band onderhield.
Ondanks persoonlijke twijfels en gezondheidsproblemen bleef ze vasthouden aan haar idealen. Haar nalatenschap leeft voort in een van de mooiste musea van Nederland, waar haar visie nog altijd zichtbaar is: kunst als bron van troost, inzicht en innerlijke groei.